Kunstmatige intelligentie (AI) heeft een aanzienlijke impact gehad op alle sectoren, maar de Verenigde Staten missen uniforme landelijke regels voor hoe bedrijven persoonlijke informatie verwerken voor AI-ontwikkeling en -inzet. Terwijl de Europese Unie uitgebreide wetten heeft aangenomen om de gegevensbeheer te reguleren, waaronder de Algemene Verordening Gegevensbescherming, de Digital Services Act en de Artificial Intelligence Act, moet de VS nog nieuwe regels overwegen om privacy te beschermen en AI-versterkt toezicht te reguleren. De ontwikkeling en inzet van AI creëren privacyrisico's vanwege de grote hoeveelheden persoonlijke en niet-persoonlijke gegevens die nodig zijn om algoritmes te trainen. Algoritmes kunnen privé-informatie over individuen onthullen door schijnbaar niet-gerelateerde gegevenspunten te analyseren, wat kan leiden tot economische, veiligheids- en reputatieschade. De VS heeft enkele beleidsmaatregelen genomen om privacyrisico's aan te pakken, zoals de Executive Order on Safe, Secure, and Trustworthy Development and Use of Artificial Intelligence.

Er is echter behoefte aan federale wetgeving die privacybescherming voor bedrijven in het hele land verplicht stelt. De Europese Unie heeft belangrijke stappen gezet om privacyrisico's in verband met AI aan te pakken, waaronder de AI Act, die algoritmische systemen classificeert op basis van hun risiconiveau en beperkingen oplegt aan systemen met hoog risico. De AVG en de Digital Services Act geven individuen ook rechten om af te zien van geautomatiseerde besluitvorming en vereisen transparantie in gegevensverwerking. Er zijn kansen voor de EU en de VS om hun regelgevingbenaderingen op AI en privacy op elkaar af te stemmen, waarbij de federale wetgeving van de VS de verantwoordelijkheden van AI-ontwikkelaars en -gebruikers voor het verminderen van privacyrisico's, transparantievereisten, het definiëren van aanvaardbare toepassingen van door AI aangedreven toezicht en individuen het recht geeft om af te zien van geautomatiseerde besluitvorming.